Een inbound endpoint is een specifiek type endpoint dat dient als toegangspunt voor inkomende data, verzoeken of connecties. Het wordt meestal gebruikt in systemen waarbij externe clients of systemen moeten communiceren met een interne applicatie of dienst. In het algemeen gaat het hierbij om het beheren en controleren van hoe externe data of verzoeken worden ontvangen door een systeem of netwerk.
Salesforce Change Events verwerken met een WSO2 Inbound Endpoint
Binnen WSO2 is een inbound endpoint een configuratie die wordt gebruikt om inkomende berichten van externe systemen te beheren en te verwerken. Hiermee kun je definiëren hoe externe verzoeken of datastromen worden ontvangen en verwerkt door de integratielaag. Dit is een ingangspunt voor berichten dat berichten direct vanuit de transportlaag kan injecteren in de integratielaag, zonder dat ze via de Axis2-engine hoeven te gaan. Directe injectie zorgt voor snellere verwerking van berichten, omdat ze rechtstreeks naar de mediatie-laag gaan waar ze kunnen worden getransformeerd, gerouteerd of verwerkt volgens de gedefinieerde logica.
Het Salesforce Inbound Endpoint in WSO2 is een gespecialiseerd type inbound endpoint dat is ontworpen voor integratie met Salesforce, een toonaangevend cloudgebaseerd Customer Relationship Management (CRM)-platform. Dit inbound endpoint maakt het mogelijk voor WSO2 MI om te luisteren naar gebeurtenissen of wijzigingen in Salesforce en integratieflows dienovereenkomstig te activeren.
WSO2 Inbound Endpoint configureren voor integratie met Salesforce
In dit scenario worden wijzigingen in Salesforce-accountrecords vastgelegd en gepubliceerd als change events. De wijzigingen omvatten het aanmaken van records, het bijwerken van bestaande records en het verwijderen van records.
Voor het aanmaken en testen van de Salesforce inbound endpoint-configuratie gebruik ik de nieuwste versie van WSO2 Micro Integrator 4.3. Je kunt een van onze blogs raadplegen over het uitvoeren van WSO2-producten op Linux, Windows of Mac. Voor de configuratie is ook toegang tot een Salesforce-account met inloggegevens vereist.
Maak een nieuw integratieproject aan en vervolgens een nieuwe sequence. Voeg een log, en drop-mediator toe aan de sequence. De bronweergave van de sequence ziet er als volgt uit:
De integratielaag roept de bovenstaande sequence aan zodra het bericht is ontvangen. Voor testdoeleinden zijn log, en drop-mediators gebruikt. De sequence kan naar wens worden aangepast, afhankelijk van hoe de mediatie in de integratielaag moet verlopen.
Maak vervolgens een aangepast inbound endpoint aan en gebruik de onderstaande configuratie:
• sequential:
o Bepaalt of berichten sequentieel moeten worden gepolld en geïnjecteerd.
• interval:
o Definieert het tijdsinterval (in milliseconden) tussen de polling-pogingen.
• inbound.behavior:
o Specificeert de modus waarin het inbound endpoint werkt. De waarde voor deze parameter is polling. Met deze parameter zal periodiek gepolld worden op gebeurtenissen in Salesforce. In plaats van een constante verbinding te onderhouden, controleert het systeem op vaste intervallen of er nieuwe gebeurtenissen zijn.
• coordination:
o Bepaalt of het inbound endpoint zijn taken moet coördineren met andere instanties in een geclusterde omgeving.
• connection.salesforce.replay:
o Als dit is ingeschakeld, wordt het event ID gelezen dat is opgeslagen in de Registry DB of in een tekstbestand op de lokale machine. Deze parameter regelt het gedrag van het opnieuw afspelen van gebeurtenissen, met name in situaties waarin gebeurtenissen mogelijk zijn gemist vanwege uitval of andere onderbrekingen.
• connection.salesforce.EventIDStoredFilePath:
o Als replay is ingeschakeld, geef dan het pad op naar het tekstbestand waarin het event ID is opgeslagen. Op basis van dit replay ID worden de gebeurtenissen opnieuw afgespeeld of geconsumeerd door de integratielaag.
• connection.salesforce.packageVersion:
o De versie van de Salesforce API.
• connection.salesforce.salesforceObject:
o Naam van de Push Topic, het Platform Event of het Channel dat is toegevoegd aan het Salesforce-account. Wanneer er wijzigingen optreden in objecten (bijv. account), worden deze wijzigingen gepubliceerd naar dit event waarop WSO2 MI zich abonneert.
• connection.salesforce.loginEndpoint:
o Login-endpoint van het Salesforce-account.
• connection.salesforce.userName:
o Gebruikersnaam voor toegang tot het Salesforce-account.
• connection.salesforce.password:
o Wachtwoord voor toegang tot het Salesforce-account. Het wachtwoord in dit veld is een concatenatie van het gebruikerswachtwoord en de beveiligingstoken die door Salesforce wordt verstrekt. Zie security token voor meer informatie.
• connection.salesforce.waitTime:
o Tijd (in milliseconden) om te wachten op een verbinding met het Salesforce-account.
• connection.salesforce.connectionTimeout:
o Tijd (in milliseconden) om te wachten op een verbinding met de client.
• connection.salesforce.soapApiVersion:
o Versie van de Salesforce SOAP API.
Deployen en testen
WSO2 Micro Integrator vereist de Salesforce inbound endpoint JAR. Download deze JAR en kopieer deze naar de lib-map onder de hoofdmap van WSO2 MI (<wso2mi-home>/lib).
Bouw het integratieproject met Maven en kopieer de geëxporteerde Carbon Application naar de map <wso2mi-home>/repository/deployment/server/carbonapps. Start vervolgens de integratieserver. Als de inloggegevens voor het Salesforce-account correct zijn, verschijnt bij het starten van de server een logregel waarin wordt bevestigd dat er succesvol is geabonneerd op het Salesforce event-object.
Zodra de abonnementsregistratie succesvol is verlopen, zal het inbound endpoint beginnen met pollingen en luisteren naar eventuele change events. Zodra er gebeurtenissen optreden, worden deze geconsumeerd door het endpoint en doorgestuurd naar de geconfigureerde sequence voor verdere verwerking.
Hieronder zie je een API-call om het telefoonnummer van een bestaand account in Salesforce bij te werken:
Zodra de bovenstaande API-call succesvol is uitgevoerd, wordt er in Salesforce een change event gegenereerd. Aangezien WSO2 MI zich heeft geabonneerd op het consumeren van dit change event, wordt er, zoals verwacht, een logregel weergegeven op de WSO2 MI-server van het geconsumeerde bericht:
In dit scenario is een logregel weergegeven en is het bericht gedropt. Deze flow kan naar wens worden aangepast.
Eventverwerking met WSO2 MI en Salesforce Inbound Endpoint
Met het WSO2 Salesforce Inbound Endpoint kun je Salesforce in realtime integreren met WSO2 MI, wat zorgt voor een naadloze interactie en datasynchronisatie. Het inbound endpoint ondersteunt realtime eventverwerking door te luisteren naar Salesforce-gebeurtenissen. Hierdoor kan WSO2 direct reageren op wijzigingen in Salesforce.
Met functionaliteiten zoals event replay en coordination zorgt het inbound endpoint ervoor dat jouw integratie betrouwbaar en veerkrachtig blijft, zelfs bij netwerkproblemen of systeemstoringen.
Door gebruik te maken van de mogelijkheden van het WSO2 Salesforce Inbound Endpoint kunnen organisaties efficiënte, betrouwbare en schaalbare integratieoplossingen realiseren tussen WSO2 MI en Salesforce. Dit versterkt hun vermogen om snel op zakelijke gebeurtenissen te reageren en processen binnen het IT-landschap te optimaliseren.
Call to Action
Wil jij Salesforce-events in realtime integreren met je IT-omgeving?
Ontdek hoe je met WSO2 Micro Integrator en het Salesforce Inbound Endpoint een stabiele en schaalbare integratie realiseert.
Neem contact op met onze experts, wij helpen je op weg.
