Low-code integration platforms zoals WSO2 en Boomi hebben veel aandacht gekregen als enkele van de beste low-code platforms om applicaties en systemen te verbinden, zelfs zonder diepgaande technische kennis. De belofte van low-code integration, vooral via platforms die bekendstaan als LCDP’s (Low Code Development Platforms) en NCDP’s (No Code Development Platforms), suggereert een wereld waarin zakelijke gebruikers integratie kunnen realiseren zonder betrokkenheid van IT. Maar hoe realistisch is deze visie?
In deze blog verkennen we de technologie achter low-code platforms zoals WSO2 en Boomi, en analyseren we wat deze integratieplatforms werkelijk bieden. Zijn ze echt low-code, of is de realiteit genuanceerder?
Wat betekent Low Code Integration?
Maar wat houdt het eigenlijk in als een platform Low Code of No Code genoemd kan worden?
Het is altijd goed om de definities te bekijken die online beschikbaar zijn. Toen ik zocht, was ik een beetje bezorgd dat ik net zoveel definities zou vinden als er aanbieders zijn van producten die als Low Code of No Code worden gepresenteerd. Elk benadrukt natuurlijk de sterke punten van zijn eigen product en laat minder goede eigenschappen vaak achterwege. Tot mijn verbazing was dit niet het geval, wat altijd prettig is om toe te geven.
De definitie die ik het beste vond, was te vinden op Wikipedia (enigszins aangepast):
Een low-code development platform (LCDP) biedt een omgeving om applicatiesoftware te ontwikkelen, meestal via een grafische gebruikersinterface.
Wat dit betekent voor integratie (waar we het hier vooral over hebben), is dat je een grafische interface gebruikt met drag-and-drop functionaliteiten om een processtroom op hoog niveau te maken. Je vult de details in door configuratie. Er kunnen meerdere processen en artefacten naast elkaar op het platform draaien. De implementatie vindt plaats op de runtime-component van het platform.
Bijvoorbeeld, je kunt informatie ophalen uit een database en alle opgehaalde records verwerken.
Grappig genoeg biedt Wikipedia, als je zoekt naar de definitie van No Code, deze wijsheid:
No-code ontwikkelplatforms (NCDP’s) maken het mogelijk om applicatiesoftware te maken via grafische gebruikersinterfaces…
No-code platforms lijken sterk op low-code platforms, maar vereisen helemaal geen code en bieden doorgaans vooraf gebouwde sjablonen waarmee bedrijven apps kunnen bouwen.
Het onderscheid tussen Low Code en No Code lijkt te zijn dat No Code-platforms geen mogelijkheid bieden om (via scripting of aangepaste libraries) de functionaliteit uit te breiden of aanvullende zaken te doen die het platform zelf niet biedt. Dit betekent niet dat de leverancier de functionaliteit niet kan uitbreiden, maar wel dat je niet verder kunt gaan dan wat je kunt configureren.
WSO2 en Boomi: Wat maakt ze Low Code Integration Platforms?
Zijn we op dit punt wijzer geworden? Tot op zekere hoogte wel. Het feit dat er een grafische interface is, is een belangrijk kenmerk van deze platforms. Als je het maken van een integratie vergelijkt met LEGO-blokken, stelt het grafische overzicht ze op in de volgorde waarin je het proces wilt uitvoeren. Bij LEGO klik je twee blokken eenvoudig aan elkaar, maar bij het bouwen van een integratie is configuratie vereist.
Je moet bijvoorbeeld definiëren welk eindpunt je wilt aanroepen en mogelijk informatie filteren voor de volgende service. Wat gebeurt er als er een fout optreedt? Hoe ga je daarmee om?
Low Code en No Code hebben beide eigenschappen of configuraties/sjablonen die ingevuld moeten worden. Ik zou zeggen: het wat, het waarom en het hoe. Zonder de mogelijkheid om deze parameters te configureren, zou het platform extreem beperkt en onbruikbaar zijn. Configuratie is niet triviaal, vooral niet bij complexere integraties met meerdere systemen, waar berichtbemiddeling en -transformatie plaatsvinden.
In een voorbeeld met WSO2 maken we een oproep naar een Spotify API. De call mediator (bouwblok) heeft een HTTP-adres met beveiliging die is geconfigureerd in de eigenschappen van het adres. Dit is nodig om zowel het adres te verstrekken als de beveiliging te configureren.
Bij Boomi ziet het er vrijwel hetzelfde uit: een HTTP-clientvorm die configuratie nodig heeft.
Het verschil is dus vrij klein, wat logisch is aangezien zowel WSO2 als Boomi integratieplatforms zijn. Configuratie is de manier om de details van de hoog-niveau bouwstenen in te vullen. Dit zijn zeer eenvoudige voorbeelden en houden geen rekening met foutafhandelingssituaties, zoals wanneer een eindpunt niet beschikbaar is of wanneer er lege reacties zijn.
We kunnen eigenlijk meer voorbeelden van integratie laten zien, en over het algemeen is de manier waarop de flow en configuratie plaatsvindt grotendeels hetzelfde. Enkele verschillen: Boomi noemt berichten die door de systemen stromen ‘documenten’, terwijl WSO2 dit een ‘payload’ noemt.
Boomi is iets meer gericht op grafische configuratie, bijvoorbeeld door velden te selecteren uit een profiel, terwijl WSO2 ontwikkelaars toestaat direct XPATH- of JSONPath-code in te voeren. WSO2 laat je ook de bijbehorende XML-representatie van het integratiemodel bekijken en bewerken, wat snelle wijzigingen mogelijk maakt. Boomi laat het bekijken van de bron-XML toe, maar deze kan alleen worden aangepast via de Boomi GUI. Over het algemeen is WSO2 meer open, met vrije keuze van IDE of XML-editor, en de WSO2 Integration Studio GUI als krachtige optie.
Low Code vs. No Code Integration
Maar waarom is het dan geen No Code-platform? We hebben tot nu toe niets geprogrammeerd, alleen dingen geconfigureerd. Toch kunnen zowel Boomi als WSO2 worden uitgebreid met scripting, aangepaste connectors en aangepaste jar-bestanden. Dit moet echter altijd met voorzichtigheid en alleen indien nodig worden gedaan. Hiermee bedoel ik dat je moet overwegen of de functionaliteit die je wilt toevoegen past bij de functionaliteit van het platform. In de meeste gevallen wordt scripting gebruikt om enkele waarden of payloads te manipuleren. Een aangepast stuk Java-code is echt een uitzondering en zou dat ook moeten blijven.
Je kunt deze platforms zien als orkestratiemachines. De vergelijking kan worden gemaakt met een dirigent van een orkest. De rol van de dirigent is om muzikanten aan te geven en te begeleiden hun deel te spelen, niet zozeer om zelf te spelen.
Een No Code-platform kan niet verder worden uitgebreid dan de functionaliteit die door de ontwikkelaar is ingebouwd. Het kan worden geconfigureerd, maar extra functionaliteit kan niet worden toegevoegd.
Als we kijken naar de verschillen tussen Boomi en WSO2, zien we ze ook. Ik heb het dan niet over het gebruik van verschillende visuals, maar meer over de manier waarop we configuratie en uitvoering benaderen.
Configuratie in Low Code Integratieplatforms
Beide platforms hebben een grafische interface. WSO2 maakt gebruik van Integration Studio, een add-on voor de bekende Eclipse IDE die lokaal kan worden uitgevoerd, terwijl Boomi een browsergebaseerde interface gebruikt voor toegang tot het Boomi-platform, waar de configuratie plaatsvindt.
Ervaren WSO2-ontwikkelaars kunnen gewoon een XML-editor gebruiken om een integratie te schrijven. Boomi biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld een proces in en uit de omgeving te importeren en exporteren, maar dit wordt niet vaak gebruikt.
Installatie en implementatie
WSO2 kan lokaal worden uitgevoerd op je pc (Windows of Linux), Mac, server, in de cloud of in een container. Het kan worden gebruikt als een platform-as-a-service of volledig worden beheerd door je eigen organisatie.
De vereisten zijn de juiste Java-versie en minimale configuratie, zoals enkele omgevingsinstellingen.
Boomi runtimes draaien ook lokaal op Linux, Windows of in een container, en uiteraard als een service in de Boomi-cloud. De Boomi GUI draait altijd op het Boomi AtomSphere-platform.
Wanneer je kijkt naar hoe artefacten worden geïmplementeerd, is automatisering cruciaal bij WSO2. Een CI/CD-pijplijn gekoppeld aan een repository biedt meer controle over de implementatie en vermindert de kans op menselijke fouten.
Boomi’s implementatie gebeurt via het platform. Een CI/CD-opzet is mogelijk, maar wordt niet vaak toegepast.
Kortom, dit is het overzicht van Boomi en WSO2.
Topic | WSO2 Micro Integrator | Boomi Integration |
Developing Integrations | Integration Studio op basis van Eclipse, lokaal draaien | Boomi AtomSphere-platform, browsergebaseerd |
Code repository | Veel opties (GitHub, BitBucket, Visual SourceSafe, Subversion) | Ingebouwd, mogelijk gebruik van repository |
Deployment of runtimes | On-premise, in de cloud | On-premise, in de cloud |
Testing & Debugging | Integration Studio (stap-voor-stap), externe tooling | Boomi AtomSphere (stap-voor-stap), externe tooling |
Able to extend | Scripting, custom Java code, connectors | Scripting, custom Java code, connectors |
Logging | Log monitoring zoals ELK, Splunk | Log monitoring zoals ELK, Splunk |
Automated deployment | Gebruik tooling om CI/CD-pijplijn te creëren | Deployment wordt gedaan vanaf het platform, CI/CD niet veelvoorkomend |
Open Source | Ja, productondersteuning wordt geadviseerd | Nee |
Customization of settings and parameters | Ja, via deployment.toml (bijv. url voor blootgestelde services) | Beperkt |
Platform Updates | Keuze en planning door de klant | Geautomatiseerd (kan niet worden uitgesteld) |
Dependencies on external sources | Geen | Boomi Platform / Hosted Atoms |
Additional products | IAM, API-Management, Stream Processor, MI Dashboard, MI Controller, ELK-gebaseerde Analytics | API Management, Master Data Hub Management, Flow, Event Streams |
Conclusie: Low Code Integratieplatforms van vandaag
Zowel Boomi als WSO2 zijn uitstekende keuzes voor enterprise-integratieplatforms. Beide zijn Low Code-platforms die het mogelijk maken om integraties snel en eenvoudig te ontwikkelen. WSO2 biedt meer een ontwikkelaarsomgeving, waar wat configuratie buiten de configuratieschermen kan worden gedaan en implementatie wordt geautomatiseerd via CI/CD. Boomi’s manier van configureren met structuur en schermen wordt vaak geprefereerd door minder technische mensen.
Het open-source karakter van WSO2 maakt minder verschil dan je zou denken. Ja, er is een Open-Source versie van WSO2, maar er is geen Open-Source versie van Boomi. Klantorganisaties hebben doorgaans echter een productondersteuningscontract voor de productie-implementatie om het risico en verstoringen te minimaliseren door patches voor bugs en kwetsbaarheden aan te bieden. Je wilt gewoon dat het platform zo up-to-date mogelijk blijft!
Tot nu toe hebben we de licenties en kosten niet besproken. Boomi en WSO2 hebben verschillende modellen. Boomi rekent doorgaans per connector/aantal connectors, en WSO2 per core. Maakt dit een verschil? Ja, maar het maakt deel uit van het grotere geheel dat we behandelen in de laatste paragraaf..
Wat is het beste Low Code-platform voor onze organisatie?
Met deze blog hebben we inzicht gegeven in twee top-integratieplatforms die je zullen helpen om systemen en services te integreren. Kunnen we antwoorden wat het beste platform voor jouw organisatie is?
Niet zonder van jou te horen! Er zijn veel variabelen: grootte, budget, aantal en type integraties, personeel & capaciteiten, je IT-visie en IT-roadmap om er maar een paar te noemen. We moeten deze in overweging nemen om je te adviseren. Als je vragen hebt of je unieke situatie wilt bespreken, neem dan contact met ons op!