Terwijl Nederland na maart vorig jaar massaal thuiswerkte, maakten zorgmedewerkers overuren op de IC’s en aan de bedden. Zoals vaak in deze sector zetten de zorghelden indien nodig veel extra stappen. Terecht toonde de samenleving zich dankbaar, denk aan de spandoeken om de beroepsgroep te bedanken.
Direct na de eerste coronagolf werd wel een effect zichtbaar: zorginstellingen kampten met oververmoeid personeel. Dat is een logisch gevolg van de extreem hoge werkdruk. Helaas geeft een blik op de toekomst reden te vrezen dat een dergelijke belasting, bij onveranderd beleid, op termijn een ‘nieuw normaal’ zal zijn. De cijfers zijn immers onverbiddelijk. Zorgonderzoeksbureau Gupta berekende, dat als we in 2040 met hetzelfde aantal werknemers de zorg draaiende willen houden, dat die medewerkers dan 60% meer moeten leveren dan nu het geval is. Elke dag.
En, om het beeld nog wat somberder te maken, er is een grote kans dat we dan lang niet zoveel zorgmedewerkers meer hebben. Nu al is een op de zeven vacatures in de sector niet in te vullen. Dat zal doorgroeien naar een op de vier – en dat al over een jaar of vijf.
Betere zorg met minder mensen
Deze gegevens zijn helaas niet nieuw. 15 jaar geleden verschenen de eerste onheilbrengende rapporten al. Toch zijn er functionarissen die nu pas echt wakker liggen van het dreigende scarcity-syndroom, van het beeld van onvermijdelijke schaarste: de CIO’s van zorgorganisaties. Meer dan ooit, immers, kijkt de maatschappij naar hen om het probleem op te lossen. Tom Poes verzin een list: innovatie, digitalisering, robotisering, AI – zorg ervoor dat de cliënten geholpen worden, en dat minder mensen toch bétere zorg kunnen leveren.
Veel ketenpartners
Berenschot berekende dat 35% van de werktijd van zorgverleners gaat naar administratieve taken. Dat is niet voor niets zo gegroeid. De gezondheidszorg is een sector die zich kenmerkt door een groot aantal ketenpartners. De partijen in de klinische lijn, van huisartsen via apothekers, GGZ tot ziekenhuizen en hospices delen continu informatie met elkaar. Maar ook in de logistiek van een zorginstelling worden veel data gedeeld. Dit is nodig om te leveren wat ‘we’ van de zorg verwachten: kwaliteit. En efficiency. Persoonlijke aandacht voor de cliënt, maar ook productie draaien als organisatie. Met beperkte financiële middelen. En met, zoals gezegd, nu al te weinig personeel.
Ja, zegt u wellicht, dat spanningsveld zie ik mijn eigen bedrijf ook. Dat kan. Maar hier gaat het in sommige gevallen om leven en dood. Bovengenoemde CIO zal zich realiseren wat we allemaal weten: deze strijd gaan we niet winnen door het aantal medewerkers op te schalen. Dus ja, het komt aan op het goed toepassen van technologie.
Papieren tijger
Terug naar die 35% administratieve druk. Willen we de zorg overeind houden én verbeteren, dan moet IT ervoor zorgen dat de beschikbare mensen zich daadwerkelijk met de primaire zorg kunnen bezighouden.
Corona heeft, bij alle ellende, ook aangetoond dat een vergaande digitalisering en het snel opleveren van oplossingen mogelijk is. En dan heb ik het even niet over thuiswerken, want het merendeel van de zorgmedewerkers kán niet thuiswerken.
Betere ervaring
Het gebruik van beeldbellen met cliënten, kon al langer. Thuiszorgmedewerkers gebruiken het in verschillende organisaties al lang. Tijdens de pandemie is ook bij andere (ambulante) consulten of verrichtingen vergaand gedigitaliseerd. Vaak hadden zorgmedewerkers hun twijfels, maar de cliënten waren blij: geen belastende taxirit meer voor slechts het meten van bloeddruk of van de saturatie van het bloed. Ofwel: een betere ervaring voor de cliënt, minder kosten en minder personeel op de weg, dat nu intramuraal coronazorg kon verlenen.
Ook consulten van en door artsen, of sessies van psychologen, zijn met videoconferencing efficiënter én vaak kwalitatief beter te maken. Dan moet wel veilig informatie over de betreffende zorgvrager gedeeld kunnen worden. De papieren tijger slechten, noemen we dat. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van P-a-a-S (Platform-as-a-Service) en van data-uitwisseling via API’s.
Online boarding
Laat me nog een mooi voorbeeld geven, een case die mij zelf erg aanspreekt. Stel je moet een behandeling ondergaan in het ziekenhuis, een ingreep die helaas niet poliklinisch verricht kan worden. Dan meld je je bij de opnamebalie, krijgt een ponskaart, polsbandje of badge. Je zoekt je, toch al nerveus, rot naar de juiste afdelingsbalie en uiteindelijk vind je de betreffende verblijfskamer. Als je dat in een hotel zou meemaken, of bij het boarden voor een vliegreis, dan liep je weg en kwam nooit meer terug. Die keuze heb je echter in de zorg niet.
Maar: de kwaliteitsbeleving bij dat hotel en (vooral ook) dat vliegtuig was geen doel op zich. Dat de klantbeleving verbetert is een mooie bijvangst, de organisaties willen onderliggend met zo min mogelijk personeel zo efficiënt mogelijk onboarden in hun hotel of Airbus. Zo kan het in een ziekenhuis ook.
Cliënten kunnen de dag voor opname online inchecken. Ze zien wat er gaat gebeuren. Ze kunnen toestemming geven (‘consent’) voor het delen van gegevens. Zien welke kamer ze hebben en selecteren, net als in een vliegtuig, vooraf hun maaltijd. Dit proces is minder belastend voor de cliënt en geeft vooral ook veel minder werk in de instelling. Deze manier van veilig digitaliseren met toestemming van de patiënt is mogelijk met Platform-as-a-Service. Hiermee koppel je het grote aantal informatiesystemen in de zorg aan elkaar. Het EPD, het apothekerssysteem en het huisartssysteem.
Tijdsdruk
Beeldbellen, onboarden, het zijn al voorbeelden van digitale stappen, zonder dat er nieuwe ingrijpende technologische doorbraken nodig zijn. Dat geldt, bijvoorbeeld, ook voor de uitrol van de corona checkapp. Ik ben daar bijzonder trots op. Niet eens zozeer omdat wij de backbone voor deze oplossing leveren, maar vooral omdat het wel degelijk mogelijk bleek onder enorme tijdsdruk (we hebben het over een ontwikkeltraject van vijf dagen!) heel snel tot resultaten te komen. Daar is lef voor nodig. Lef, bij beslissers en budgethouders, om digitale technologie versneld te omarmen. Ik hoop van harte dat de zorg de urgentie te transformeren blijft voelen. Ook zonder pandemie is de uitdaging immers groot.